Sta jij wel eens stil bij de aankleding van een crosscountry hindernis? Doorgaans heeft de parcoursbouwer een achterliggende gedachte. In dit stuk geef ik je een paar voorbeelden van hindernissen met verschillende aankleding en de functie ervan.
1. 'Naakt'
Het paard wordt automatisch meer met de neus naar de bodem gelokt. Belangrijk is dat je als ruiter een goede galop hebt. De balans moet goed zijn en het paard brengt de achterbeen meer onder de massa. Een goede galop is bij zo’n heel hindernis belangrijk voor het geval je paard de opdracht niet goed begrijpt.

2. Minimaal
De haag op de bovenkant van de boom zorgt ervoor dat je de hindernis in een grotere galop kan aanrijden. Het kleine boompje aan de linkerkant van de hindernis help het paard te visualiseren waar hij moet springen en helpt hem min of meer om van de hindernis ‘weg te blijven’, ook al is het in feite geen grondlijn.

3. Grondlijn en aanleuning
Deze versie heeft ook de haag op de bovenkant van de boom wat er voor zorgt dat je de hindernis in een grotere galop kan aanrijden.
Ook heeft de hindernis een grondlijn dat er automatisch voor zorgt dat het paard niet te dicht op de hindernis komt.

Naast de hindernis staan twee bakken met gele bloemen. Dit helpt ook om het paard ‘weg te houden’ van de hindernis. De ogen van een paard zitten aan de zijkant. Alles wat aan de zijkant staat zal langer in zijn gezichtsveld blijven.
De bloembakken helpen in dit geval het paard te visualiseren waar hij (mits in het juiste ritme) kan afzetten en niet te dicht op de hindernis komt.
De voorkeur van de ruiter...
De volgende afbeeldingen gaan in op de voorkeur van de ruiter. Veel ruiters geven de voorkeur aan de volledig aangeklede versie (afbeelding 6). Echter is dit niet altijd de versie die het fijnst is voor je paard.

De landing van deze hindernis loopt af en erachter zit ook een greppel. Voor het paard komt die vrij onverwacht.
Afbeelding 3 is in dit geval de versie welke de voorkeur zou hebben. De hindernis heeft een goede grondlijn waardoor het paard de landing 2 à 3 galopsprongen eerder kan inschatten dan bij de volledig aangeklede hindernis (afbeelding 6). Dit helpt je paard ook weer in de voorbereiding voor de greppel die erna komt.
Bij de hindernis in afbeelding 6 kan het paard echt pas in de laatste galopsprong de landing zien. Dat kan er voor zorgen dat je daar geen goede sprong krijgt en daarna in de problemen komt bij de greppel.
Afbeelding 3 is in dit geval de versie welke de voorkeur zou hebben. De hindernis heeft een goede grondlijn waardoor het paard de landing 2 à 3 galopsprongen eerder kan inschatten dan bij de volledig aangeklede hindernis (afbeelding 6). Dit helpt je paard ook weer in de voorbereiding voor de greppel die erna komt.
Bij de hindernis in afbeelding 6 kan het paard echt pas in de laatste galopsprong de landing zien. Dat kan er voor zorgen dat je daar geen goede sprong krijgt en daarna in de problemen komt bij de greppel.
De voorkeur van de ruiter... (2)
We beginnen met afbeelding 6 de volledige aangeklede tafel. Voor vele zal dit de beste indruk hebben om meerdere redenen. Als eerste de grondlijn. Er zijn bakken met fruit geplaatst aan de voorzijde van de hindernis. Dit helpt het paard om ‘weg te blijven’ van de hindernis.
Ook op de bovenzijde van de hindernis ligt fruit. Door het fruit is er een goed onderscheid te maken tussen de voorzijde van de hindernis en de bovenzijde. Dit helpt het paard in het maken van een betere sprong over de hindernis.
Dan het fruit aan de linkerkant van de hindernis. Als je de hindernis in het midden springt dan zorgt de plaatsing van dit fruit ervoor dat het paard meer de hoogte in gaat. Dit heeft weer te maken met het zichtveld van je paard.

Kijkend naar de andere versies van de hindernis dan zien we dat afbeelding 1 niet echt uitnodigend is om te springen. Op een hele zonnige dag zou zich voor deze hindernis makkelijk een valse grondlijn (schaduw) kunnen ontwikkelen. De andere hindernissen hebben een grondlijn.
Afbeelding 5 zou er licht voor zorgen dat het paard ‘weg blijft’ van de hindernis. Maar bij zo’n hindernis is het beter om te vertrouwen op je controlepunt, je paard naar je hand zetten (oprichten), zelf terugzitten en het tempo een graad om laag te doen.
Key items
- Objecten die naast de hindernis staan zorgen automatisch voor een goede ‘grondlijn’ voor het paard.
- Breedtesprongen zouden moeten bestaan uit 2 verschillende kleuren (voorzijde en bovenzijde).
Bronnen
Meer leren over de eventingsport?
Lees één van mijn andere blogs óf meld je aan voor mijn nieuwsbrief, boordevol kennis, praktische tips en trends op het gebied van eventing.
